Studie-opzet

Inleiding:

Van 1999-2007 is de multicentrum (6 centra) prospectieve cohorstudie MRIsc gedaan. In deze studie werden vrouwen tussen de 27-66 jaar met familiaire belasting voor mammacarcinoom lifetime risico >15% evt. met BRCA1/2 mutatie, jaarlijks gescreend met MRI, mammografie en palpatie.

Uit deze studie kwamen de volgende resultaten: sensitiviteit en specificiteit van MRI waren resp. 71% en 90% en van mammografie resp. 41% en 95%. De screening met MRI bleek kosteneffectief voor BRCA1/2 mutatiedragers. Ten gevolge van de relatief lage specificiteit & de hoge kosten bleek de MRI niet kosteneffectief voor vrouwen met een familiaire belasting zonder BRCA1/2 mutatie. 

Naar aanleiding van deze resultaten ontstonden de volgende vragen:

-         Doordat in de MRIsc studie alle vrouwen jaarlijks zowel MRI als mammografie hebben gekregen, weten we niet in welk stadium een tumor ontdekt door de ene screeningsmodaliteit, door de andere screeningsmodaliteit zou zijn ontdekt. Is dit verschil klinisch relevant of niet? Om deze vraag te beantwoorden is een gerandomiseerde studie nodig.

-         Wat is de invloed van de borstdensiteit op de uitkomsten? Immers een hogere densiteit leidt tot hogere incidentie van mammacarcinoom, lagere sensitiviteit van de mammografie en de vondst van meer benigne afwijkigen/fout-positieven. Beïnvloedt dit mogelijk de kosteneffectiviteit van de MRI en mammografie? Om deze vraag te beantwoorden dient een densiteitsmeting te worden gedaan en de uitkomsten ook per densiteitscategorie te worden geanalyseerd.

Uit bovenstaande komt de noodzaak voor de FaMRIsc studie voort.

Studieopzet FaMRIsc:

- Multicenter, 2000 vrouwen, familiair belast voor mammacarcinoom (lifetime risico >20%), ten tijde van inclusie tussen 30-55 jaar of 5 jaar jonger dan jongste mammacarcinoom in familie gevonden.=

- Exclusie: (≥50% risico op) BRCA1/2 dragerschap, contra-indicatie MRI, (invasief mamma) carcinoom in voorgeschiedenis, behoudens basaalcelcarcinoom

- Randomisatie: 1. Jaarlijks mammografie + klinisch onderzoek 2. Jaarlijks MRI, jaar 1 en 3 mammografie (MRI vangt DCIS niet altijd) + klinisch onderzoek

- Beide armen densiteitsmeting op 1e mammografie (rechts + links)

Uitkomsten:

- Primair: aantal gedetecteerde tumoren & tumorstadium/arm

- Secundair: sensitiviteit, specificiteit en percentage foutpositieven, per arm en densiteitscategorie van mammografie en MRI

Klinische implicaties:

In de toekomst kan men mogelijk de keuze van een screeningsmodaliteit af laten hangen van familiair risico van de vrouw en een eenmalige borstdensiteitsmeting. We willen aantonen welke vrouwen met familiair verhoogd risico het beste met MRI en welke het beste met mammografie kunnen worden gescreend voor optimale screening. De keuze voor één van deze screeningsmethoden kan een meer kosten-effectieve manier worden gedaan.